Dagboek van de afvaller: Jeroen Spitzenberger
Ok. Ik lig eruit.
Ik bevind me naast een piramide, camera op m’n neus en ik kauw op de vraag van Mayapriester Rik: wat gebeurde er?
Goeie vraag. Iets met vlaggen, kleuren, verwarring. Een teamgenoot die ik moeilijk in te schatten vond. Maar vooral ook: mijn eigen waarneming. Die blijkbaar rammelde.
Zag ik het nou goed? Zestien gele vlaggen, of toch veertien? Die ene, roze of rood?
Zon vol op je kop, camera’s achter je aan, nog een keer natellen of niet? En de klok tikt
geduldig door.
Ik formuleer iets dat op een antwoord lijkt, groet Rik, stap in een klaarstaand busje. Terwijl de deur dichtschuift, hoor ik uit de verte gejuich. Is mijn team dan zo blij dat ik eruit lig?
Terwijl ik de stilte die viel na mijn rode scherm als een bodemloze depressie interpreteerde: nee, niet Jeroen!
En nu, twee minuten na mijn afscheid: hoera- die zijn we kwijt! Snap ik ook wel. Tv maakt schaamteloos.
De verwarring neemt niet af, daar in het busje. Want met elke kilometer die ik word weggevoerd van de plaats des onheils, gaat ook mijn fantasie met me op de loop. Hoort dit erbij?
Maken we een rondje van tien minuten, droppen ze me in de jungle, wordt de volgende aflevering mijn comeback? Verschijnt Ron Boszhard in een helikopter, en vliegt-ie me naar de finale?
Ik put mijn brein uit met allerlei scenario’s – duurt gelukkig niet lang. Dit was het, je ligt eruit. Klaar. Tijd om het thuisfront op de hoogte te stellen. EXIT, app ik.
Je hoopt op wat empathie, krijgt als antwoord: je ging toch niet huilen he? Terwijl de prachtige natuur van Yucatan aan me voorbij trekt, passeren nog één keer alle overgebleven teamleden de revue: empatische Rian, laidback Sor, ondoorgrondelijke Fons, turbo-slimmerik Anna, boeventackelende Kees, mrs. excellsheet Tooske – wie oh wie? En was die comeback van Babs wel zo onschuldig?
Dan denk je aan je future op korte termijn – een warme douche en een goed bed, zonder Kees van der Spek naast je die over Bach of Filipijnse oplichters begint. Voel ik daar een kleine steek? Is dit missen?
De aankomst in Mérida, met een dolblije Jip en Justin, kan niet leuker – en een grotere tegenstelling met de voorgaande dagen is nauwelijks denkbaar. Geen camera’s om je heen.
Vrijuit kunnen spreken – met (ex)kandidaten die in hetzelfde schuitje zitten en nu wel volkomen te vertrouwen zijn. Alle observaties en roddels worden uitgewisseld, onder het genot van een door Justin bereid feestmaal. Wat een verrukkelijk gevoel om niet meer op m’n qui-vive te moeten zijn.
In de dagen erna, boek in de hand en voetjes in het water, kom ik volledig tot rust. Niks vroeg opstaan, geen hoge bloeddruk-opdrachten met zweet en portofoons, geen zenuwslopende rode/groene schermen loterij: mijn dagen bestaan uit een boekje lezen en stiekem toch speculeren.
Nu, maanden later, schrijf ik deze herinneringen op bij een temperatuur van -4. De uitzendingen worden massaal bekeken, de poules zijn alweer in full swing en het voelt heel bijzonder om deel uit te maken van ’s lands populairste gezelschapsspel. Dankbaarheid is mijn deel.
En hoe jammer het ook was om eruit te vliegen, het zorgde voor aangename ontspanning. Alleen blijft natuurlijk de vraag.. wie is het?
Voor de deelnemers van volgend jaar: veel plezier, en vrees het rode scherm niet!
Beter voor je bloeddruk.
-Jeroen
Meer over aflevering 5?