Dagboek van de Mol: Anna Gimbrère
“Ik geloof dat ik de Mol ben.”, zei ik tegen mijn vriend toen ik thuis kwam van wat ik dacht dat een afspraak over de spelregels van Wie is de Mol? zou worden.
Mijn vriend keek me een beetje verward aan. “Je denkt dat je de Mol bent? Of je bent de Mol?” “Ik denk dat ik de Mol ben.”, zei ik. “Ik hoop het.”
Een uur eerder was ik voor een draaiende camera met wild haar en een espresso in mijn hand geconfronteerd met het goede nieuws. Ik zou het gebouw verlaten als ‘de Mol van seizoen 2024’, werd me verteld. Maar het bericht landde niet. Ik denk dat ik wel 24 keer heb gevraagd of het echt waar was. En of het niet een nieuw spelelement was om alle kandidaten even te laten geloven dat ze de Mol waren.
Het komt erop neer dat ik het niet durfde te geloven. Maar in de weken die volgden werd ik daadwerkelijk voorbereid op wat komen ging. Ik mocht weten waar we naartoe zouden gaan en wie er nog meer mee gingen. Ik was blij dat ik Jip van den Toorn op de kandidatenlijst zag staan. “Yes, die ken ik een beetje en die vind ik heel leuk!” En van de rest wist ik eigenlijk niet veel meer dan wat ze doen of maken. Er stond gelukkig niet iemand op die me niet leuk leek. En geen ex ook. Mooi.
Ik was benieuwd. Wie zou het meest gewiekst zijn? Met wie zou ik het goed kunnen gaan vinden? Wie zou me ontmaskeren? En wie zou ik kunnen bespelen? Mijn hoofd maakte overuren.
Met elk stukje nieuwe informatie groeide het geloof dat ik inderdaad als Mol naar Mexico zou mogen gaan. Een gedachte waar ik af en toe echt door overvallen werd.
Ik ben de Mol. Holy shit. Ik ben de Mol!!
Flash forward naar Schiphol
We gaan dus naar Mexico, wat ik al weet, maar ik besluit nog even een woordenboekje Spaans te kopen. Ik spreek nogal belabberd Spaans, maar meer dan de meesten waarschijnlijk. Dus wie weet heb ik er nog wat aan. Ik kon natuurlijk geen woordenboek inpakken, want dat zou getuigen van voorkennis. Ik sta extra lang te dralen in de boekwinkel met het woordenboekje in mijn hand. Hopelijk ziet iemand dat ik het koop, dan lijk ik lekker kandidaat-achtig.
Vanaf dat moment is alles wat ik doe bewust. Ik wil dat alles dat per ongeluk gezien kan worden overkomt zoals een kandidaat het zou doen. Ik heb ook bewust onhandige kleren ingepakt voor een land als Mexico. Zodat mensen denken: die had echt geen idee waar ze naartoe ging. En dus sjouw ik wollen truien en 4 lange broeken mee de hele tijd. Kleren waarvan ik nu al weet dat ik ze daar niet ga dragen… Misschien dat helemaal niemand het gaat zien, net als dat stomme Spaansboekje… Maar ja. Niet geschoten, altijd mis.
Aangekomen in Mexico-stad stappen we in de busjes en kunnen we eindelijk kletsen. Ik ben behoorlijk zenuwachtig, maar het is zo leuk om iedereen te ontmoeten. Ze zijn allemaal mega vrolijk, geïnteresseerd en blij om mee te mogen doen aan dit programma. Wat een fijne groep. Ik begin eindelijk te ontspannen. Het gaat ook gewoon heel gezellig worden.
In het hotel aangekomen is iedereen hyper. Rosario blijkt een soort cocktail-expert en Jeroen bestelt alles in vloeiend Mexicaans-Spaans. Met Jip is het meteen mega vertrouwd, terwijl ik die ook pas twee keer heb ontmoet, maar zo snel gaat dat in het buitenland… Als ze maar geen bondje wil, denk ik. Want ik wil dat ze erin blijft. Ik wil dat iedereen erin blijft eigenlijk. Hoe moet ik nou 3 weken liegen tegen al deze mensen… Ik bestel nog maar een mojito.
Dag 1: openingsfeest
Toen ze me dit voorstelden leek het me een grandioos idee. En nu ga ik een beetje dood van binnen. We zijn in de voorbereidingen van Dia del Topo. De dag van de Mol. Een gigantisch feest, met dansers, muzikanten, een vuurspuwer en honderden kleurrijke gezichten. Alle kandidaten komen straks binnenlopen op zoek naar een waarzegster en ik zal ze allemaal de hand schudden, geschminkt weliswaar, maar toch… Ik ben bloednerveus.
Ik kijk naar mezelf in de spiegel en denk… ze gaan het zien. Misschien herkennen ze me aan mijn mond, mijn neus, mijn manier van bewegen. In dat opzicht is het een voordeel dat ik iedereen pas een avond ken, ze zullen mijn onhandige motoriek nog niet echt hebben bestudeerd.
Ik wilde dit zelf. Ik wilde een brutale mol zijn. Eentje met lef. Dus vooruit, de dood of de gladiolen. Laat die kandidaten maar komen.
De eerste die binnenkomt is Babs. Ze lijkt recht door me heen te kijken, maar ik merk ook dat ze daarna meteen doorloopt. Jip loopt als een soort fladderende vlinder het feest op, maar kijkt vervolgens achter zich, terwijl ik recht achter haar sta! Vervolgens draait ze zich weer om en loopt door. Godzijdank.
Naarmate de kandidaten vorderen word ik steeds brutaler. Ik krijg er lol in. Ik dans polonaise met Kees, doe zelfs een limbo met Rosario. En Fons heeft wel 4 keer op mijn ketting gekeken. Het gaat goed, denk ik. Ze zien het echt niet en dit smaakt naar meer.
Ik weet 3 topito’s uit het spel te houden en ik besluit mijn eigen topito dan ook maar niet te vinden. Morgen kijken we weer verder. Eerst die pikzwarte schmink uit mijn haar wassen. Ik ben kapot. Maar voldaan. Maar kapot.
Vanaf dat moment denk ik de hele tijd dat iedereen me door heeft. Babs vraagt of ik mijn haar met Henna heb gekleurd en ik denk: Oh nee, ze ziet de schmink!! Maar tot mijn eigen verbazing zeg ik volmondig “Ja, ken je dat? Daar wordt het heel zacht van, he”. Ik klets een verhaal aan elkaar over verschillende kleuren Henna-haarverf en het effect op permanent en vraag hoe zij haar haar eigenlijk verft. Wat kan ik makkelijk liegen eigenlijk…
Ik houd me vast aan de lessen die ik heb geleerd tijdens studententoneel. Zelfvertrouwen uitstralen. Nooit meteen ontkennen. Zwijgen en glimlachten als je iets niet weet. Dan kom je mysterieus over… zegt men.
Alleen in zwijgen ben ik niet zo goed, helaas. Ik begin te ratelen als iemand ongemakkelijk doet of als ik zelf ongemakkelijk word. Dus probeer ik dat voor te zijn door de aanval te kiezen.
“Waarom deed jij eigenlijk dit bij die opdracht? En dat?
En vind jij het ook niet gek dat hij net…?”
Het geeft me houvast en ik leer er bovendien van hoe kandidaten reageren op dit soort directe vragen. Dat gedrag ga ik kopiëren als ik de vraag terug krijg.
De eerste die eruit moet is Babs. Ik word overspoeld door een cocktail aan emoties. Ik voel me schuldig gek genoeg… Heb ik haar teveel bespeeld? Maar eigenlijk ben ik ook compleet verbaasd en een beetje opgelucht tegelijk… Ik dacht dat zij mij doorhad. Ze was zo fanatiek en stelde zulke directe vragen. Gelukkig ben ik niet de enige die emotioneel in de war is geraakt. Rian heeft al gehuild en Kees is vooral verbaasd dat hij er zelf niet uit ligt. Het is gek wat dit spel met je doet. Ik besluit de emoties die ik voel te gebruiken voor het spel. Ik weet nu dat ik bij die emoties kan, tijdens de volgende eliminatie.
Helaas wil Jip een bondje. En dat wil ik eigenlijk niet, want ik wil dat ze erin blijft, dus ik wil niet dat ze me vertrouwt. Maar als ik nee zeg is het ook heel gek. Ik besluit het te doen en haar zo veel mogelijk te vertellen hoe ze het beste kan spreiden. In mijn zelf-bedachte spreidingstrucs verstop ik antwoorden waarvan ik weet dat ze op mij slaan.
Zoals: “Op de vraag ‘waar woont de Mol?’ moet je sowieso antwoorden: Amsterdam.” Want daar wonen de meeste kandidaten. En: ik denk dat de mol een vrouw is dit jaar, want dat is al lang niet zo geweest. Ik hoop dat ze die overneemt, maar bij de tweede eliminatie blijkt van niet. Jip moet naar huis, mijn roomy en bondgenoot. Ik vind het zo stom.
Ik merk dat ik snel aan mensen hecht en het moeilijk vind om niet helemaal eerlijk te zijn. Normaal gesproken ben ik best wel een open boek, maar nu houd ik iets heel belangrijks voor ze achter. En juist degenen met wie ik veel optrek, lijken me te vertrouwen. Vanavond ga ik met Rian op de kamer…. Ik geloof niet dat zij me helemaal vertrouwt. Hopelijk blijft dat nog even zo.
Er zijn veel geweldige opdrachten bij Wie is de Mol?, maar een van mijn lievelingsopdrachten was de opdracht met de “Luchadores”, waar ik met Jeroen op straat stond om worstelaars te tekenen. Ik heb gehuild van het lachen, om de gruwelen die wij tekenden, om Jeroens zelfspot, maar ook om mijn eigen gemol. Ik merkte dat ik het heerlijk vond om met de camera erbij grappen uit te halen, wetende dat mijn mede-kandidaten dit pas over 8 maanden zouden zien. Heerlijk.
Een ander hoogtepunt was de lunch met de tuktuks. In het kielzog van motor-vedette Rian op een opgevoerde (doormidden gezaagde) brommer rijden om mensen op te pikken voor een lunch bij Sor en Kees, die eruitzagen als de buitenechtelijke kinderen van Ma Flodder.
Rian heeft de hele tafel geëntertaind met haar acteerkunsten en ook hier heb ik weer met tranen gelachen. Niet alleen ik, maar ook onze Mexicaanse gasten wisten niet wat ze meemaakten tijdens het theater van Riri. Het is jammer dat het niet allemaal gefilmd is, maar deze acteerkunsten overstijgen alle taalbarrières.
Een laatste hoogtepunt was met Kees in de kano. Kees was zo’n fijn persoon om erbij te hebben. Geen greintje kwaad. Altijd vrolijk en vol verhalen. Ik kon geweldig bij hem mollen, omdat hij me blind vertrouwde. Toch, tot mijn grote verbazing bleef hij maar in het spel. Gelukkig maar, want iedere dag extra met Kees was een feest voor mij. Terwijl hij verhalen vertelde over de boeven de boeven die hij allemaal gevangen heeft, kan ik even achterover leunen en het spel vergeten. Pure ontspanning.
Aan iedereen heb ik geweldige en soms hilarische herinneringen.
De bloedfanatieke Babs, die ging en weer terugkwam uit een kist. Ik ben heel blij dat ze nog even terug kwam om haar beter te leren kennen.
De feisty Justin, die de meest intieme vragen stelde om de lange busritten te overbruggen en gelukkig al vroeg in het spel sneaky durfde te spelen en geld uit de pot stal.
Tooske, die eigenlijk het leukste was als ze het spel even vergat. Bijvoorbeeld tijdens de popquiz, waar ze de macarena danste en tequila aanbood aan Rik. Tooske was voor mij bovendien een geweldige bliksemafleider, omdat veel mensen haar verdacht vonden.
Jeroen die eigenlijk juist het grappigste en meest theatrale was als hij wel fanatiek in het spel zat. Wat een acteur. Ik heb hem zoveel zien liegen en steeds geloofde ik het weer bijna.
Jip, roomies voor even, homies voor het leven.
Rian, roomies voor lang en we hebben meer gedeeld dan ons lief was. Een WC en buikloop, maar liefdesverhalen en make-up. :)
Met Kees heb ik over alles gepraat, van quantummechanica, tot Bach en natuurlijk de boeven, de avonturen in zijn werk. Ik ben blij dat hij het zo lang vol heeft gehouden.
En ten slotte, mijn mede-finalisten, het meest sneaky duo van het spel: Sor en Fons.
Deze mannen hebben het echt goed gespeeld. En hoewel ik zelf ook niet te vertrouwen was, heb ik hen allebei vanaf het begin niet vertrouwd.
Rosario, van wie je nooit precies wist wat hij dacht, maar ook niet wat hij hoorde. Soms leek hij zijn gehoorapparaat te gebruiken om beter te kunnen meeluisteren. Ik voelde me nooit helemaal veilig met hem erbij. Ik had het gevoel dat hij alles intuïtief door had.
Fons, de journalist in hart en nieren. Ik zag hem met verschillende mensen bondjes aan gaan en ik wist niet goed wat hij met ze zou delen. Of zou hij ze alleen maar uithoren. Af en toe maakte hij er (al dan niet bewust) een puinhoop van tijdens een opdracht en dat kwam mij natuurlijk geweldig uit.
Ik ben blij dat we vanaf nu eindelijk echt eerlijk tegen elkaar kunnen zijn en ik denk dat ik iedereen daardoor nog beter zal leren kennen. Ik heb genoten van deze geweldige weken in Mexico, wat een prachtig land en wat een heerlijke groep idioten.
Ik blijf het bizar vinden om te geloven dat ik echt de Mol ben geweest. Het voelt soms nog steeds onwerkelijk. Ik heb nieuwe dingen geleerd over mezelf en over andere mensen. Over hoe mensen elkaar inschatten, over hoe mensen liegen en over hoe ik zelf lieg, haha. Maar bovenal, over hoe je met 9 compleet onbekenden in zo’n korte tijd iets meemaakt dat je je leven lang gaat onthouden. Ik hoop dat we elkaar nog veel zullen blijven zien. En ik hoop vooral dat iedereen ervan genoten heeft, net als ik.
Het was een cadeau.
Yo era el topo.
(Ik was de Mol)
Liefs, Anna.
Spoiler Alert
We laten je deze pagina zien om niet direct te onthullen wie er afgevallen is.