Dagboek van de afvaller - afl. 9
Diederik: Na drie weken bevind ik mezelf in een soort verwilderde achtertuin met oude auto’s, zitten de schrammen en doorns nog in mijn armen van het tijgeren voor een vrijstelling en zie ik dat het scherm van mijn maatje Thomas groen wordt. De test was volledig tactisch ingevuld en dat betekent dat de kans overweldigend groot is dat het avontuur voor mij hier ophoudt.
Eerder die dag zat ik tegen de muur van een soort klassieke diner rond te kijken. Naar mijn medespelers, de crew en het adembenemende landschap. Moe maar intens gelukkig. We staan op de voormiddag van de finale. Ik deed mee omdat ik al dertien jaar fan ben en meedoen een droom voor me was. Tuurlijk zou winnen leuk zijn, maar ik wilde gewoon de mooiste weken van mijn leven hebben.
Ik was al zo ver en of ik nu net voor of net in de finale zou afvallen maakte me niets meer uit. Echt niet. Het is óf winnen of anders is het hier ook prima. Daarom heb ik de test gemaakt zoals ik hem heb gemaakt. Ik heb zo ongelooflijk dik genoten. Van de crew, van de wisselende landschappen, de spellen en alles wat we mee hebben gemaakt.
Art onthult mijn scherm en er gebeurt wat ik verwacht had. Het wordt rood. Ik neem afscheid van mijn maatje Thomas waar ik al 3 weken mee optrok en kamers mee deelde. Die mij altijd gesteund heeft en waar ik alles mee heb kunnen bespreken. Die mega vriendelijke goedzak van een Jochem die ooit, zoals mijn zwager dat zo mooi zei, als kind in een ketel met gummyberen moet zijn gevallen. En dan nog die lieve Sanne die zo ongelooflijk grappig is dat iedereen de hele dag door met een lach rondloopt. En mijn fijne mollega’s die al eerder zijn afgevallen en die ik vreselijk mis. Mijn gabber Jeroen, stoere Ima, vlindertje Sigrid, zorgzame Yvonne, goedlachse Vincent en Roos waarmee ik ooit nog een countryhit ga opnemen.
Het afscheid nemen duurt nauwelijks een minuut en ik loop naar Art voor het eindgesprekje en ik merk dat ik begin te huilen. Eigenlijk huil ik zelden en ik moest meteen denken aan Chris Zegers die ook als een kind aan het grienen was toen hij eruit moest. Ineens snapte ik hem helemaal.
Het zijn geen tranen van verdriet of teleurstelling. Je voelt geen spijt of boosheid. Je hebt geen kater van dit avontuur. Maanden lang heb je toegeleefd naar dit gekke spelletje, je leven erna bestaat even niet meer, en dan… Je voelt intense dankbaarheid dat je dit hebt mogen meemaken. Dat je zulke lieve crew en kandidaten hebt leren kennen. Dat je in een gestoord spelletje zit waar alles 24 uur per dag geregeld wordt en het enige dat jij moet doen is opletten.
Opletten op elk detail van elkaar, van die prachtige Oregoniaanse omgeving en van de spellen. Dit spel brengt je de mooiste plekken, meest indrukwekkende situaties en liefste mensen. In ruil daarvoor moet je alles maximaal in je opnemen. Je bent één open zenuw die weken lang informatie heeft verwerkt. Maar dan is het voorbij.
Ik word weggerukt van al dit moois en ik merk ineens hoe bizar moe ik ben. Hetzelfde gevoel heb ik één keer eerder gehad toen ik na het lopen van een marathon over de finish kwam. Pure leegte, pure emotie, puur “genoeg zo”. Dankbaar dat je zover bent gekomen en nergens spijt. En dan sta je te snotteren voor Art. Huil je nog even in de autorit naar het hotel en die avond zit je alweer aan een lekker biertje. Terugdenkend aan al het gaafs. En genietend van hoe de mol je toch te grazen heeft genomen. Chapeau!