Wie is de Mol?

search
Dagboek van de afvaller - Aflevering 6

Dagboek van de afvaller - Aflevering 6

Lees het dagboek van de zesde afvaller.

Het is de avond voordat het spel begint. Ik sta alleen met de Mol in een hotellift. Iets aan de energie van de persoon naast mij voelde gek. Alsof diegene zich voorbereidde om een marathon te lopen. Ik wendde me tot diegene en riep, als een detective die een dief op heterdaad betrapte, heel hard “jij bent de Mol!”.
Maanden later bevind ik me toch op dit punt en schrijf ik de bladzijde van mijn Molboek, waarvan ik nooit had gedacht dat ik hem zou schrijven. De bladzijde van de afvaller. 

Al is dit de eerste pagina die ik in het Nederlands en niet in mijn Marokkaans dialect schrijf, toch is deze het moeilijkst om te schrijven. De moeilijkheidsgraad komt niet uit een sentiment dat ik niet had mogen afvallen of dat ik boos ben niet te winnen, maar simpelweg omdat ik het schijnbaar moeilijk vind te accepteren dat ik door mijn eigen onhandigheid wat geweldige momenten met nóg geweldigere mensen ben misgelopen. 

Veel punten zijn verloren gegaan bij mijn vertrek. Ik zou mijn excuses kunnen aanbieden maar ik voel niet dat ik dat hoef te doen, dat is het spel wat óók jullie spelen. Wat jullie wél van me tegoed hebben is een uitleg, want om maar even Hila, Glen, Welmoed, Fresia, Kim-Lian, Everon, Thomas, Suzan, Laetitia én half Nederland te citeren: “Sahil, wat was je aan het doen?!”. (Arno vroeg het nooit.) 

Vele theorieën gingen rond over waarom ik dìt of dát deed, met als terugkerend motief dat ik bezig was met mezelf verdacht te maken. Niets is minder waar, de verdenking onder mijn medekandidaten had ik als schot voor de boeg al. Het échte antwoord is dat ik bezig was zo veel mogelijk plezier te maken als dat menselijk mogelijk is.
Plezier vind ik in chaos, anarchie en Welmoed pesten. Het spel moest zo spannend mogelijk worden en niemand mocht grip krijgen op de situatie, ook ik niet. Bedenk maar dat ik gedurende het spel twee jokers én een vrijstelling op zak had, maar nog nooit een troef heb ingezet. Ik gaf ze in kortstondige bewaring aan mijn toenmalige partner-in-crime Arno Kantelberg alias The Kid, of ik verbande ze tot het einde der tijden in mijn schoenzool om nooit ingezet te worden. 

Waarom? Omdat een spel leuker is om te spelen in spanning dan in zekerheid. Tikkertje spelen is niet leuk als je niet afgetikt kan worden.
Omdat ik de aanstichter was van veel wanorde hoopte ik dat ik daardoor het overzicht zou houden en zo lang mogelijk kon meegenieten van het spel. Ik wist tenslotte waar al het vermiste geld lag, wie de Moltelefoon gestolen had én had een redelijk idee over wie de Mol was. Ik overzag de orde in de chaos, althans dat dacht ik. Want even later op een pier in het badplaatsje Sarandë hoor ik Rik zeggen dat Laetitia een vrijstelling had én die ook heeft gezet. Dát was het moment waarop ik me realiseerde dat controle binnen Wie is de Mol? een illusie is. Deze realisatie vertaalde zich al snel in een voorgevoel dat dit mijn einde was. Het klassieke voorbeeld van hoogmoed komt voor de val, als een kleine Icarus met te veel hiphop-shirts was ik rechtstreeks de zon ingevlogen. In andere woorden: ik werd afgetikt. Ik was af.

Vanzelfsprekend rekende ik er eigenlijk op deze executie makkelijk te overleven. Ik denk dat de vrijstelling die nog altijd in mijn schoenzool rust dat wel bevestigd. Maar spijt van het bewaren van die vrijstelling heb ik niet, wél van het veranderen van mijn strategie luttele seconden voordat ik de test ging maken. Ik werd te arrogant en heb de prijs betaald door mijn nieuwe liefde vroegtijdig te moeten verlaten.

Veel van Wie is de Mol? zie je op tv niet, 72 uren worden geknipt naar die ene op zaterdagavond. Ik kan je vertellen dat er in die overige 71 uren ontzettend veel liefde ontstaat. Ik was inmiddels zo verschrikkelijk gehecht geraakt aan iedereen van de deelnemers en crew. We deelden lief en leed, spraken minder over het spel en steeds meer over elkaars dromen, angsten, verdriet en geluk. Overdag waren Fresia en ik aan het klieren, boeven en glipten we ertussenuit om stiekem met zonsondergang te gaan jetskiën. Tijdens het avondeten verwonderden Thomas en ik elkaar over hoe we van zulke verschillende achtergronden komen, maar dezelfde liefde voelen voor obscure soul-artiesten uit de jaren ’60. ’s Nachts tijdens de laatste uren van de nacht, wanneer iedereen al sliep, bleven Everon en ik nog over. Op krakkemikkige Albanese stoeltjes deelden we dan verhalen over liefdesverdriet. 

Het is een onvoltooide schets van de sfeer, maar wellicht verduidelijkt het waarom dat rode scherm zo ontzettend gevreesd is.

Hoofdstuk 87: Na het scherm.
Met elk verlies is er winst, de lessen die ik heb geleerd zijn zo helder, alsof Wie is de Mol? als een diamantslijper de contouren van mijn gebreken heeft onthuld. Ik weet nu dat mijn slordigheid me soms meer gaat kosten dan ik wil betalen en dat voor een adrenaline-junkie als ik een vijf-sterren afvallershotel fungeert als een afkickkliniek. Ik werd geconfronteerd met mijn eigen onkunde om rust te omarmen en spendeerde mijn dagen vooral met het fantaseren over hoe het was gelopen als ik die éne cruciale vraag had gespreid op datzelfde vermoeden dat ik de avond voor het spel in die hotellift had. 

Hoe de rust te omarmen leerde ik uiteindelijk van andere afvallers, die stuk voor stuk zo inspirerend rustig waren onder hun verlies. Zij die al dagen, soms weken eerder uit het spel waren toonde niets anders dan dankbaarheid voor alles wat ze wél hadden gekregen; onbeschrijfelijk veel mooie herinneringen, nieuwe vrienden en liters gratis raki.
Ze brachten me aan het denken, ze hadden gelijk, had ik niet veel meer gekregen dan verloren? Ik mocht immers weer lieve Suzan omhelzen, een team vormen met The Kid alias Arno Kantelberg, onnavolgbare straat-anekdotes uitwisselen met Glen, met Welmoed over journalistiek filosoferen terwijl ik probeer niet te verdrinken in haar glinsterende ogen en lachen met Hila over dat ik haar tijdens mijn paramotor-vlucht dus écht niet zag zwaaien in haar fel paarse blouse. 

Zoals ik ooit op het begin zei, het is maar een spelletje. Dat klopt nog steeds, het is maar een spel; en ik heb gewonnen.

Sahil Amar Aïssa

 

Meer Wie is de Mol?

Ook interessant