Een mooi park in het prachtige Tbilisi. De zon schijnt. Mensen lopen rond, kinderen spelen. Voor hun een heel gewone dag. Maar voor mij is het totaal het tegenovergestelde. Dit is een dag die ik nooit zal vergeten.

Art stelt de vraag: Wil je nu al weten wie de Mol is? Die gedachte alleen al. Bij elke kandidaat die die vraag met “ja” beantwoordt slaat mijn hart op hol. Het is hét teken dat ik weer een wandeling moet maken door het park. Binnen het gezichtsveld van die kandidaat.

Ik tril een beetje. Zullen ze me zien? Herkennen ze m’n loopje niet? Er staat zoveel op het spel. Niet alleen voor hen maar vooral voor mij. Wat een opdracht! De Mol ontmaskerd in aflevering 4. Dat zou vele malen erger zijn dan als eerste afvaller vertrekken. Een Mol die bekend wordt vóórdat we halverwege deze serie zijn. Ik moet er niet aan denken. En toch moet ik het doen. Ik moet het durven. Ik wil een Mol zijn die durft. Ik ga het nu doen. Alles op alles zetten. Ik loop ze gewoon voorbij.

Na de laatste kandidaat is het voorbij. Bijna. Want nu moet ik net zo verrast zijn, net zo perplex als de anderen, als Art ons vertelt wat zojuist is gebeurd. “Meen je dat?”. “Echt, de Mol liep gewoon langs ons en niemand heeft dat gezien?” “Zo, die durft”. En dat klopt. Ik durfde wel. Ik moest. Want ik ben de Mol.