Eenmaal in het hotel aangekomen begin ik het te voelen: ontlading. Ik ben zo benieuwd hoe het straks afloopt. Wie is de winnaar, wie de verliezend finalist?

Eindelijk mag ik mezelf laten zien. Eindelijk ben ik dan niet meer de enige die precies weet hoe de vork in de steel zit.

Ik wandel mijn kamer binnen. De televisie staat aan. Ik zie een lokaal programma en dan plots verschijnt hét Mollogo. Nee. Dit meen je niet. Ik wil me opfrissen voor de finale.

Art verschijnt in beeld en spreekt me toe. Niks finale hier en nu. Nee we moeten wachten tot zaterdag 10 maart. Hij zegt het écht. Maar ik wil het zo graag van de daken schreeuwen: ik ben de Mol! En nu moet ik me nog langer inhouden. Ik dacht dat het begin het moeilijkst zou zijn. Nu twijfel ik daarover.

Al 18 dagen vervul ik mijn rol als Mol. Alle dagen heb ik ieder moment opgelet op wat ik zeg en doe. Ik heb het overleefd. En nu dit. Nóg acht maanden lang doen alsof ik niets weet terwijl ik alles weet. Nóg acht maanden mijn rol vervullen. Nóg acht maanden opletten. Heel erg opletten.

Jan, Olcay en Ruben. Twee finalisten en één Mol.

Een verliezend finalist, een winnaar en de Mol.

Wie is wie?

Ik ben er bijna.

Nog één week en dan weten we het allemaal.