Het begin is het allermoeilijkst.

Geen van de kandidaten weet wie de andere kandidaten zijn, of wáár die zijn. Niemand weet waar Art is of wat er aan de hand is. Kortom; niemand weet wat ze te wachten staat.

Als kennis macht is, dan zijn deze kandidaten compleet machteloos. Behalve ik. Want ik ben de Mol en ik weet alles.

Maar daarin zit juist mijn uitdaging: alles weten en doen alsof ik, net als de rest, niets weet. Opletten wordt dat. Heel erg opletten dat ik me niet verspreek. Maar ik ben er klaar voor. Dit is het moment waar ik lang naartoe heb geleefd.

We vliegen naar een vreemd land voor het spel der spellen. Eenmaal in het hotel aangekomen begin ik het te voelen: de spanning. In onze kamer staat de televisie aan met een lokaal programma. Merkwaardig. Kort daarna komt Art in beeld en spreekt ons toe. Nu zijn we begonnen. Echt begonnen.

Hoe voelde Margriet zich op dit moment? Of Kees? Of Susan? Mijn hartslag gaat omhoog.

Ergens in de stad staat een kluis, legt Art uit. Wij moeten die kluis binnen twee uur vinden en openmaken anders volgt er een test en executie. Op een andere plek in de stad ligt €2000 en op een derde locatie twee jokers.

Ik heb niets van dat alles nodig. Geen kluis of jokers en ik wil al helemaal geen geld vinden. En als er een executie komt hoef ik niet bang te zijn, want "de Mol, die gaat nooit naar huis".

Ik moet me rustig houden. Niet opvallen. Ik moet een goede kandidaat zijn die z'n best doet. Misschien tóch de kluis, de jokers of zelfs het geld vinden als bewijs van mijn "kandidaatschap". Het is geen sprint, maar een marathon. Ik heb negen afleveringen om de boel te saboteren en net zoveel tijd om heel veel geld uit de pot te halen. Kalm aan.

Op de televisie start een klok. Het is tijd. Mijn tijd.., want ik ben de Mol.