8 Juni 2017, mijn 35e verjaardag. De dag dat we die laatste, beslissende test maakten. Zwetend en buiten adem, bovenop dat kasteel in Georgië. En ook de dag dat ik heel erg zeker was van het antwoord op De Grote Vraag.

Toen leek 10 maart 2018 heel ver weg. Dat was het ook. Ongelooflijk ver weg. En dan plotseling ís het 10 Maart. Na maanden en maanden staan we op het punt verlost te worden van Die Grote Vraag. Maanden waarin ik regelmatig malend wakker lag. Is het niet toch…? Heb ik dat wel goed gezien…? Tijd tart herinnering. Als soort eindeloze bingo avond from hell, werden herinneringen door elkaar gehusseld, uit mijn hersenpan gevist, hardop uitgesproken en weer terug mijn hoofd in geslingerd. Regelmatig wilde ik luid “BINGO” roepen, ’s nachts, onder de douche, op de fiets, in de kroeg. Maar met tijd komt ook twijfel. Daar waar ik op 8 juni redelijk zeker van mijn zaak was, was er in een aantal maanden tijd toch een wat vertroebeld beeld ontstaan. Maar elke keer weer kwam ik toch weer terug bij Jan.

Na maanden, staan we nu weer met zijn drieën op een rij. Net als toen. We hebben ons in de tussentijd bescheurd om alle afleveringen en tegelijkertijd elkaar met een schuin oog aangekeken. Art staat tegenover ons. Hij kijkt ons, met zijn bekende, ijzingwekkend neutrale gezichtsuitdrukking, recht aan. Om ons heen duizenden mensen, met al hun enthousiasme, waanzinnige theorieën, verdenkingen, tekeningen, knipsels, lieve tweets, boze tweets, blogs, vlogs, animaties en noem maar op. Iedereen kijkt en wacht.

Art’s woorden gaan enigszins langs me heen. Ik heb een gortdroge bek en een ongezond hoge hartslag. Dan hoor ik Art zeggen dat Olcay niet de Mol is. Ik weet dat ik gewonnen heb, van binnen juich ik. “ZIE JE WEL, IK BEN NIET GEK!”, gonst het in mijn hoofd. Maar de verlossende woorden zijn nog niet gesproken. Mijn gezicht moet terug in de plooi. Jan en ik kijken elkaar kort aan. Wij weten het. De rest van Nederland zal nog enkele seconden in vertwijfeling zijn en ik geniet bewust nog heel kort van de verdenkingen die er op mij zijn. Tevens voel ik trots voor Jan. Deze gast naast me is geniaal. Geniaal, mensen. Dan stapt Jan naar voren en het vondelpark ontploft. Wij ontploffen. En eindelijk kunnen wij als groep elkaar recht in de ogen aankijken.

De Wie is de Mol? familie heeft mij een onvergetelijke herinnering gegeven. Een herinnering waar tijd minder grip op zal krijgen. Dat weet ik zeker. En daar ben ik jullie ongelooflijk dankbaar voor.

Lieve Ron, Jean-Marc, Bella, Emilio, Loes, Stine, Simone, Olcay en Jan. Het was me een zeer, zeer waar genoegen. Zonder jullie was er geen hol aan geweest. Dank jullie wel.